Taal als sleutel om mensen beter mee te laten draaien in de maatschappij. In de wijk De Bennekel komen cursisten en begeleiders wekelijks bij elkaar. Met succes. Niet alleen wordt de integratie bevorderd van mensen met Nederlands als tweede taal, ook de vrijwilligers die zorgen voor de begeleiding doen er hun voordeel mee. “Wie geen Nederlands spreekt, de taal niet beheerst, staat buiten de maatschappij, hangt er maar een beetje bij.”

Door Rob Weekers

Project Woordenschat+ in De Bennekel zet zich in om zoveel mogelijk mensen een helpende hand te bieden. Angelique Pulles is vanaf 2021 betrokken bij Woordenschat+, dat in 2017 werd opgezet door Judy Cornelissen. Het vormde het verlengstuk taalproject ‘Woordenschat voor kinderen’ dat eerder werd gestart om kinderen met een taalachterstand een steuntje in de rug te bieden.

Tijdens Corona moesten de lessen worden aangepast, en haakte een aantal vrijwilligers af. Inmiddels zijn er 15 vrijwilligers betrokken bij het project. “Dat mogen er best meer zijn”, zegt Pulles. “Zonder vrijwilligers houdt het een keer op.”

’Weer wat geleerd’

In het zaaltje van de Buurtinfowinkel aan de Lassusstraat is een aantal groepjes aan het oefenen. Maris (39) uit Letland, Nurcan (34) en Serap (44) uit Turkije krijgen er les van Dily Hovestad. Het trio is ingedeeld op het niveau ‘gevorderd’, wat betekent dat zij zich redelijk kunnen uitdrukken in het Nederlands, maar dat dit niet altijd even makkelijk gaat.

”Wat is een moer”, vraagt Serap als zij dit woord op de computer is tegengekomen. Maris verstaat ‘muur’ en verwijst naar een huis. Dily verhaalt over een schroef waar ‘nog een plat dingetje bij moet’. De verwarring lijkt compleet, totdat Nurcan triomfantelijk haar telefoon in de lucht houdt waarop een plaatje van moer en schroef te zien is. Dily: “En zo hebben we weer wat geleerd.”

Angelique Pulles: “Juist het feit dat je je verstaanbaar kan maken, kan lezen, begrijpen wat een ander zegt, is essentieel. Beheers je de taal niet, dan is het moeilijk om mee te doen in de samenleving, bijvoorbeeld tijdens een bezoek aan het ziekenhuis of met het vinden van een baan.”

Bij het groepje dat vrijwilliger Arie onder zijn hoede heeft, wordt druk geoefend met woorden en teksten op de computer. Een intensieve begeleiding is bij deze groep noodzakelijk. “Er wordt relatief weinig progressie gemaakt”, constateert Arie. “Dat kan beter. Aan de andere kant is het ook fijn om bij elkaar te komen; we zijn een huiskamer, geen school.”

In schriftjes noteren de cursisten welke onderwerpen er zijn besproken en welke vaardigheden zij hebben gemaakt. Oefenen op de computer, lezen, grammatica, conversatie; het pakket is breed. Een hulpmiddel dat tijdens lessen wordt gebruikt is een speciale krant die is gemaakt voor mensen die de Nederlandse taal niet zo goed beheersen. Korte artikelen in begrijpelijke taal, verwijzend naar de actualiteit. Maris mag beginnen met een stukje over Black Friday. Het vormt de opmaat om het te hebben over de verleidingstechnieken die worden toegepast om het koopgedrag bij mensen te stimuleren. In een ander verhaal komt het huishoudboekje van een zeventienjarige ter sprake. Het vormt ook hier een kapstok om over de eigen situatie te praten. Nurcan: “Ik leer mijn kinderen om bewust met geld om te gaan, sparen hoort daar ook bij.”

Inzicht

Het is duidelijk dat de onderwerpen en gesprekken ook een inzicht geven in de samenleving. Woordenschat+ is meer dan alleen maar taalles, zoveel wordt duidelijk. Tijdens een afsluitend kringgesprek nemen de deelnemers door wat zij hebben opgestoken. De uitdrukking ‘Na regen komt zonneschijn’ wordt aangehaald. Dat regen in Nederland meestal iets negatiefs betekent, maar dat regen in andere landen bij uitstek als iets positiefs wordt gezien. Het zijn nuances. En passant kondigt Pulles een bezoek aan van mensen van het Máxima Medisch Centrum die in het wijkcentrum een gezondheidscheck aanbieden. ”Je kan er bijvoorbeeld je bloeddruk laten meten, maar ook als je lichamelijke klachten hebt, kun je aan de bel trekken.”

’Gewone mensen met dezelfde zorgen als ieder ander’

Dily Hovestad is nog niet zo lang bij Woordenschat betrokken; sinds mei is ze er actief. Daarvoor zette ze zich ruim twintig jaar in voor vluchtelingenwerk. Hovestad vindt het interessant om de zaken eens van een andere kant te bekijken. “Dat zie ik echt als een verrijking, verschillende verhalen, verschillende culturen, dat boeit me wel. Uiteindelijk zijn het gewone mensen met dezelfde zorgen als ieder ander”, zegt ze.“Bovendien zijn de taallessen hard nodig. Als mensen de taal niet beheersen, staan ze buiten de maatschappij, hangen ze er maar een beetje bij. Dat we daar iets aan doen, geeft mij voldoening.”

Aanmelden als vrijwilliger kan door te bellen met 040-2515144, of door een mail te sturen naar:

info@bennekel.nl