Nadat burgemeester Antoon Verdijk na 18 september 1944 in zijn ambt was hersteld, duurde het tot 21 september 1946 voor er een nieuwe burgemeester kon worden benoemd die met voortvarendheid de wederopbouw van Eindhoven aanpakte.
Het was Hans Kolfschoten, die voor de oorlog door zijn werk bij de RKSP (Roomsch Katholieke Staats Partij) wist op te klimmen tot particulier secretaris van de minister-president en in 1938 als groot organisator het partijbureau van die partij opzette. Toen de oorlog uitbrak, en de RKSP in de loop van 1941 verboden werd, wist hij de liquidatie van de partij en het partijbureau zo lang te rekken dat alle bezittingen veilig konden worden gesteld.
Tijdens de bezetting trad hij op uitnodiging van W. Drees toe tot het illegaal overleg over de toekomst van Nederland. Na de bevrijding behoorde hij tot de vertegenwoordigers van het politiek en maatschappelijk leven, die de koningin advies gaven wat er diende te gebeuren. In juni 1945 werd hij minister van justitie, belast met de bijzondere rechtspleging (NSB’ers, verraders en collaborateurs).
In september 1946 werd Kolfschoten benoemd tot burgemeester van Eindhoven. Een dynamische stad, waarin hij zich als organisator thuis kon voelen. Tijdens zijn burgemeesterschap kwam het door de oorlog zwaar getroffen Eindhoven in de steigers te staan. Kolfschoten deed dat in nauwe samenwerking met gemeentebestuur en de top van Philips. Hij haalde de Technische Hogeschool (nu TU/e) naar Eindhoven. In 1957 werd hij burgemeester van Den Haag.