Kunstschilder Peer van den Molengraft was tientallen jaren een graag geziene gast in de hoogste kringen. Zijn werk bracht hem naar de grote industriëlen, naar Keizer Haile Selassie van Ethiopië, naar president Soeharto van Indonesië en naar Paleis Soestdijk bijvoorbeeld. De Eindhovenaar had een sterke binding met Oirschot, waar hij ooit in de leer was bij Jan Kruijsen en waar zijn zoon Michel woont. Michel richt in het Boterkerkje een expositie in die een mooi beeld geeft van het kwalitatief hoogstaande portret- en vrij werk, maar ook van de bijzondere levenswandel van Peer van den Molengraft. ‘Nog één keer Peer’ is te zien van 16 t/m 18 mei.
door Rens van Ginneken
Je doet het werk van Peer van den Molengraft geen eer door het enkel nog in opslag te bewaren. “Eén van de doelen van deze expositie is dan ook een hommage aan Peer, maar een deel van het werk wordt ook te koop aangeboden. De verkoopprijzen worden bewust heel schappelijk gehouden, maar zijn wel van het niveau dat je ervan uit mag gaan, dat een koper er ook echt wat voor over heeft. Met name zijn portretwerk is niet altijd eenvoudig te verkopen. Wie heeft er nog geld over voor een portret van Frits Philips?”, zo vraagt Michel van den Molengraft zich af.
Meester en gezel
Het bijzondere leven van Peer werd in 2015 al eens vastgelegd door Michel. Hoe Peer zijn schilderscarrière begon bij de bekende Oirschotse kunstschilder Jan Kruijsen is al een minstens een hoofdstuk waard. “In die tijd stond het leven in Brabant nog niet zo ver af van de Middeleeuwen. De verhouding tussen mijn pa en Jan kun je een beetje beschouwen als de klassieke meester-gezel relatie. Mijn vader kreeg kost en inwoning en verdiende 2 gulden 50 per week. Hij woonde in Jans kippenhok en schilderde in de Kruijsen-stijl, met veel bruintinten, landschapjes en kneuterige boerderijtjes. Jan paste eventueel nog wat dingetjes aan en zette er zijn handtekening onder”, aldus Michel.
Een oudere geliefde?
In de oorlog zat de jonge Peer na smokkelwerkzaamheden lange tijd ondergedoken. Na de oorlog belandt hij bij de weduwe Marie van Houts in Deurne. Zij werd één van de drie vrouwen die een belangrijke rol zouden spelen in het leven van Peer. “Hoewel Marie twintig jaar ouder was dan Peer, was er ontegenzeglijk meer aan de hand dan alleen een hospita-huurder relatie. Dat blijkt wel uit het feit dat Peer Marie naar Lourdes begeleidde toen ze kanker kreeg. Het wonder bleef helaas uit en Peer heeft Marie begraven in Béziers.” Vervolgens ontmoet Peer op de Académie des Beaux Arts in Parijs Odette Saulnier, een relatie bloeit op, waaruit later een huwelijk en twee kinderen (Henry en Michel) zullen vloeien. “Het was geen huwelijk zonder strubbelingen”, erkent Michel. “Moeder had zich via het huwelijk ontworsteld aan een dominante vader, maar Peer was weer te beschermend voor haar. Toch ging het nog lang goed. Mijn moeder had waarschijnlijk het meeste artistieke talent van de twee, maar moest aanvankelijk genoegen nemen met het maken van dessins voor gordijnen en breimachines. Voor beiden kwam het succes toch én er kwamen twee zoons. We werden vaak uitbesteed, aan familie bijvoorbeeld, omdat onze ouders voor hun kunstwerkzaamheden dikwijls lang in het buitenland verbleven. Ik heb er nooit zo’n last van gehad, mijn broer meer. Helaas liep het later toch fout en koos mijn moeder voor een leven zonder Peer.”
Al snel erkenning
Tijdens het huwelijk nam Peers carrière echter een gelukkiger wending dan de liefde. Zijn durf, zijn beschaafdheid en bereisd zijn droegen ertoe bij dat de erkenning al snel kwam. “Die kwam nog in een stroomversnelling nadat hij via toenmalig burgemeester Kolfschoten van Eindhoven opdrachten wist te verwerven, zoals het schilderen van het College van Burgemeester en Wethouders in 1954, wat wel als zijn doorbraak kan worden gezien. Zo kwam hij ook weer in contact kwam met grote ondernemers in en rond Eindhoven, van Daf, Brabantia en Philips natuurlijk. “Je kan die periode in de jaren vijftig en zestig wel zien als de Gouden Eeuw van Eindhoven. Dat werd ‘opgestoten in de vaart der volkeren’ zeg maar. Er was ook budget voor kunst en portretten van de kopstukken uit die tijd. Mijn vader bleek goed te kunnen spelen met de ijdelheden van degenen die voor hem poseerden. Hij kon in een prettige sfeer het gesprek op een mooie manier gaande houden, waardoor de geportretteerden zich ontspannen voelden. Op die manier wist hij hun karakter mooi te vangen en toe te voegen aan ‘het plaatje’. Dat was wel zijn kwaliteit.”
Op audiëntie bij de keizer
Frits Philips regelde voor Peer een audiëntie bij Keizer Haile Selassie van Ethiopië. Het eerste contact verliep stroef, totdat Peer de keizer in het Frans aansprak. Die gok pakte goed uit: het ijs was gebroken. Vervolgens was de keizer zo content met zijn portret dat de order voor een televisiefabriek in het Afrikaanse land ineens opmerkelijk snel rond kwam. “Hij schilderde vele staatslieden over de hele wereld en Peer ging ook geregeld naar Paleis Soestdijk. Hij heeft Juliana zeker vijf keer geschilderd. Ik herinner me dat hij haar een nogal aparte vrouw vond. Helemaal niet koninklijk en ze rookte blijkbaar als een ketter tijdens het poseren”, onthult Michel.
Diep dal
“Na de scheiding met moeder belandde hij in een diep dal en hij dronk veel in die tijd. Met onze hulp is hij eruit gekrabbeld en hij zette zich weer aan het werk, maar zijn gedrevenheid was wel een stuk minder dan voorheen. Hij trouwde nog eens, met Diny van Mierlo: hij kon ook echt niet alleen zijn. Dat huwelijk hield stand tot aan vaders overlijden, in 2014. Hij had zich ontworsteld aan de armoede en de sociale ladder beklommen. Op zijn eigen elegante manier had Peer geknokt om zijn gezin alles te kunnen geven. Hij was behoorlijk productief, ook met vrij werk dat hij óók zeer graag maakte. Iemand schatte het aantal werken op drieduizend, maar te verifiëren is het niet meer. Uiteindelijk zijn er zo’n achthonderd werken daadwerkelijk geregistreerd.”
De faam verdampte
Michel peinst even. “Peer is als kunstenaar een hele tijd op handen gedragen in grote delen van de wereld. Maar zijn faam is ook weer binnen een paar decennia grotendeels ‘verdampt’. Dat is het lot van een portretschilder wellicht. Het medium van het geschilderde portret is ook niet meer zo in de mode. Vroeger kreeg een directeur bij een jubileum of een afscheid een portret, tegenwoordig misschien eerder een golftas”, zo besluit de Oirschottenaar met een relativerende glimlach.
De expositie ‘Nog één keer Peer’ omvat portretten, maar vooral zijn vrije werk. Te bezichtigen in het weekend van 16 t/m 18 mei in het Boterkerkje in Oirschot.
Een portret van voormalig Eindhovens burgemeester Rob van Gijzel wordt te koop aangeboden voor War Child.