Voor Eindhovenaar Ed Arons is kerst een feest om samen met familie bij elkaar te komen, maar ook om stil te staan bij mensen voor wie een uitgebreide kerstdis een utopie is. Een kerst die hij doorbracht in Colombia doet hem beseffen dat de verschillen soms schrijnend kunnen zijn. “Die ene Kerstmis in Colombia, zonder luxe eten, zonder nieuwe feestkleding, zonder dure cadeaus. Maar voor ons de mooiste Kerstmis ooit.”
EINDHOVEN - Onze mooiste Kerstmis als gezin hebben we beleefd in Colombia, waar we als acht maanden hebben gewoond voor de oprichting van een tehuis voor dakloze gehandicapte ouderen. Op het overdag superdrukke plein voor de overdekte markt, la Plaza, is tijdens de kersnacht aardedonker; straatverlichting, laat staan kerstverlichting, is hier niet. De enige aanwezigen zijn enkele tientallen oude mensen, die hier op een stuk karton slapen op de stoep of voor de verweerde deur van de San Miguelkerk.
Dit zijn mensen die door hun handicap of gebrekkige gezondheid niet meer in staat zijn om te werken. Geen werk, geen inkomen; geen inkomen geen geld voor de huur. Als je dan geen kinderen hebt die voor je zorgen of als je kinderen naar de hoofdstad Bogotá zijn getrokken op zoek naar werk, kom je op straat terecht en moet je bedelen om je honger te stillen.
Een paar pesos
Sommigen zijn zo gehandicapt dat ze zich niet kunnen wassen en een tweede set kleren hebben ze niet. Gevolg: ze stinken. Logisch. Logisch ook dat overdag mensen daarom met een boog om hen heen lopen. Met een beetje geluk gooien ze een paar pesos in de houten bedelnap die de oudjes voor zich neerzetten. Voor het toeristenseizoen begint, stuurt de gemeente een paar vrachtwagens, zetten ze de oude gehandicapte bedelaars als vee in de laadbak en droppen hen als vuilnis ver buiten de stad. Dan zoeken die hun heil elders of keren ze soms pas na maanden weer terug.
Dankbaar
Voor hen zijn we hier, ver van huis. Voor hen wordt er met geld uit Nederland enkele kilometers verderop een tehuis gebouwd. De meeste mensen die wonen aan de Plaza hebben we de afgelopen maanden persoonlijk leren kennen. We hebben naast hen op de stoep gezeten of zijn op de markt een kop koffie met hen gaan drinken of een hapje gaan eten. Echt een gesprek voeren is nauwelijks mogelijk bij sommigen, die dat al tientallen jaren ontwend zijn, want niemand spreekt met hen. Als we hun vragen wie voor hen zorgt, schudden ze hun hoofd of wijzen ze naar boven: God als hun enige toeverlaat. En toch zijn ze niet vol wrok, zijn ze vriendelijk en dankbaar.
Lotgenoten
Vanavond zijn we met onze vier dochters hier in het donker met voor iedereen een tasje met wat lekkers en wat nuttigs. Onze ogen moeten even wennen aan het duister en dan zien we de contouren van de lichamen, sommigen nog zittend anderen al liggend en in slaap. Kerstavond is voor hen als iedere andere avond. Ook al zijn ze hier met lotgenoten, een onderlinge band hebben ze niet, want als bedelaars zijn ze overdag elkaars concurrent. De eerste die we ontmoeten is een blinde bedelaar. Hij reageert in paniek en probeert ons met zijn stok weg te jagen, bang dat iemand zijn schamele bezit in een versleten linnen tas zal stelen. We stellen hem gerust en hij herkent onze stemmen. We geven hem een tasje en wensen hem ´Feliz Navidad´. Op naar de volgende, die heeft ons al horen aankomen. En de volgende. En de volgende. Eeltige handen die onze handen lang vasthouden, vochtige ogen die dank uitstralen. Even dankbaar zijn wij wanneer we teruglopen naar de sloppenwijk die enkele maanden ons thuis is; dankbaar dat we dit hebben mogen meemaken.
De tijd nemen
Dichter bij Bethlehem, bij het kerstverhaal van Jozef en Maria voor wie geen plaats was in de herberg. Die een onderkomen moesten zoeken in een stal bij een os en een ezel. Een kind in de kribbe. God op aarde, niet in een paleis maar bij verschoppelingen. God in een Colombiaans tehuis voor oude gehandicapte daklozen, in een Afrikaans hutje, in de loopgraven van Oekraïne, in een asielzoekerscentrum, in de afdeling demente bejaarden...Het is heerlijk als we samen aan een rijke tafel Kerstmis kunnen vieren. Maar het is ook goed als we even de tijd nemen om stil te staan bij de oorsprong van ons kerstfeest.
Ed Arons
‘Eeltige handen die onze handen lang vasthouden’
