Met z´n zessen zijn ze gekomen uit Oeganda, een land in midden Afrika. Voor alle zes is het de eerste keer in het buitenland, de eerste keer in het vliegtuig. Alle zes studeren ze voor priester in de regio Gulu, in het noorden van het land. Ze zijn bijna zes weken in Nederland om kennis te maken, zo ook met Eindhoven.
EINDHOVEN - Hun regio was vanaf de jaren negentig tot ongeveer vijftien jaar geleden het centrum van de verschrikkingen van The Lord´s Resistance Army. Meer dan 25-duizend kinderen werden gedwongen ingezet als kindsoldaat, miljoenen burgers sloegen op de vlucht. Tweemaal moesten de ruim tweehonderd priesterstudenten uitwijken naar veiliger gebied.
Deze zes Oegandese jongemannen zijn geselecteerd uit een totaal van 217 studenten. Meer dan tweehonderd priesterstudenten op 1 miljoen katholieken. Of ze ook echt komen, is nog niet zeker. Er komen in de toekomst nog twee soortgelijke groepen kennismaken en uiteindelijk maakt de bisschop van Den Bosch de keuze over wie er komt.
Kippenvel
De zes jonge Oegandezen zijn sinds hun aankomst al een paar dagen dagen onderweg om Oost-Brabant te verkennen. Ze hebben Den Bosch bezocht, Tilburg en vandaag is Eindhoven aan de beurt. Eerst koffie in de nieuwe, net ingewijde, parochiezaal van de Sint Jorisparochie. Ze vertellen dat ze in Tilburg hebben gezongen tijdens de viering van de studentenparochie. Kunnen ze dat hier ook doen, is het verzoek. Ja, dat kunnen ze. En hoe. Je krijgt er kippenvel van. Zonder begeleiding zingen ze op Afrikaanse wijze: iemand zingt voor en de rest antwoordt.
Pastoor Wilmink laat hen de kerk zien. Zo hoog, dat zijn ze niet gewend. In zijn begroeting wijst hij op het verschil tussen kerkelijk Nederland en kerkelijk Oeganda. ¨Wij hebben grote kerken, maar weinig gelovigen. Jullie hebben eenvoudige kerken, maar heel veel gelovigen.¨
Geordend
Op de korte weg naar het centrum van de stad, vertellen ze over de cultuurschok die ze hebben ervaren toen ze hier aankwamen. Het weer, natuurlijk, want Oeganda ligt op de evenaar. ¨Maar wat mij het meest opvalt¨, vertelt Jimmy, ¨is hoe geordend hier alles is. Voetgangers lopen op de stoep, fietsers fietsen op het fietspad, overal verkeerslichten.¨
Dan volgt Stratumseind met z´n cafés en zien ze de torens van de Catharinakerk. Die willen ze graag beklimmen, maar de beheerder maakt duidelijk dat de torens daarvoor te onveilig zijn. Alleen voor reparaties mag er iemand naar boven. Nog indrukwekkender dan de torens vinden ze de skeletten onder de glazen platen voor de ingang van de kerk. Dat de overheid hier geld wil besteden aan zo´n dure expositie, kunnen ze niet begrijpen. In de kerk is het stil - en zo hoort dat ook. Mondelinge uitleg in het Engels is hier niet nodig: overal staat die aangegeven. Complimenten voor de Cathrien! Wat Eindhovenaren waarschijnlijk niet opvalt, maar deze Afrikanen wel: in het centrum staan drie grote kerken op korte loopafstand van elkaar. Wat een luxe! In hun ogen. Beschaamd moeten we vertellen dat de Paterskerk al geen kerk meer is en dat in de Catharinakerk niet heel veel mensen de vieringen meemaken.
Gezien het gelovige gehalte van de bezoekers was er een lunch geregeld in de daklozen-inloop van Open Huis Sint Cathrien. Nee dus. Oeganda kent geen McDonald´s en ze hadden onderweg de toezegging gekregen dat ze daar tussen de middag mochten gaan eten. Met maar één bankpasje en zoveel verschillende bestellingen duurde het even voor ieder had wat ie wilde.
Ontdekking van de dag: PSV is begonnen als club van Philips
Volgende halte: het Philips museum. Ontdekking van de dag: dat PSV begonnen is als voetbalclub van Philips. Voetbal moet geweldig populair zijn in Oeganda, inclusief het Nederlandse voetbal, want ze kennen de namen van diverse Nederlandse voetballers. Ze kunnen dan ook niet wachten op de topattractie van de dag: het stadion van PSV, ook al hebben we niet geregeld dat ze er binnen mogen. Een wandeling rond het stadion blijkt al een groot succes. Het gehuurde busje brengt hen weer terug naar hun onderkomen in Den Bosch. Over enkele weken gaan ze terug naar Gulu, terug naar hun studie. Wellicht zien we enkelen van hen over enkele jaren als priester weer in ons land, in onze stad.
Ed Arons
‘Wij hebben grote kerken, maar weinig gelovigen’
