Het Stratumseind gaat flink op de schop. Voor Groot Eindhoven reden om in het hart van deze stapstraat te duiken, samen met de ondernemers van toen en nu. Deze week met George Gussenhoven (79) van George Taveerne.

EINDHOVEN – “Een groot deel van mijn leven speelde zich af op Stratumseind. Ik werkte er ruim dertig jaar. Er zijn tranen gevallen, maar we hebben vooral veel, héél veel gelachen. Daar kunnen die tranen niet tegenop.”

Mooie verhalen passeren de revue als George herinneringen ophaalt aan zijn Taveerne, het kleine bruine kroegje op nummer 43 dat in 2005 definitief de deuren sloot.

Voordat George het café in 1976 overnam, had hij al een bijzonder leven achter de rug. Zo volbracht hij de zware opleiding van de Korps Commandotroepen en was hij een goede voetballer; hij speelde onder meer in het eerste van Willem II.

Het was in 1974 dat hij bij Taveerne ging werken. “Dat was toen nog van Knak. Anderhalf jaar later kon ik het van hem overnemen. Het was een oubollig kroegje van 35 m2, met de nodige mankementen, maar het zag er wel leuk uit. Stratumseind had in die tijd nog maar twaalf kroegen”, herinnert hij zich.

Sinterklaasmiddag

Er speelde zich heel wat af achter de kroegdeuren, zoals de befaamde jaarlijkse Sinterklaasmiddag. “Diverse mensen hebben de rol van Sint op zich genomen en dat ging wel eens gepaard met een borreltje. Onze eerste sinterklaas zat aan het eind van de avond met zijn hoofd in de plee, broek van z’n kont en de mijter ernaast. Daar is nog een foto van”, lacht hij.

Toernooien

Ook steevast op de agenda stonden de tennistoernooien in België - “Met z’n allen in de bus van Jack Indekeu” - en de voetbaltoernooien met na afloop een grote barbecue bij de kroeg. “En natuurlijk waren er de bruiloften en begrafenissen. Zo hebben we met alle horecamensen Zus van de sigarettenwinkel op Stratumseind ten grave gedragen. Na afloop kwamen we bij ons samen.”

Lekkere hap

Op vrijdagavond zat de kroeg vol met mensen die vanuit hun werk een borrel pakten. “Veel van de DAF en Philips. Om te voorkomen dat ze niet te vroeg dronken werden, maakte mijn vrouw Marlies altijd een lekkere hap. Die tap moest leeg en de kassa vol”, grapt hij. “Op zaterdag na 17.00 uur zaten juist de winkeliers uit de binnenstad bij ons. Van de Emco, Hema, V&D, noem maar op. Daar kwamen ook weer anderen op af. Dat was fantastisch.”

Memorabele gasten

Taveerne kende veel memorabele vaste gasten. “Willem Oomens kwam altijd zijn borreltje korenwijn halen. Hij was mijn oudste klant, hij is 97 geworden. En Leo Brekelmans kwam bijna elke dag; een legende. Hij is 88 geworden. Allemaal dankzij Taveerne natuurlijk.”

De meest opmerkelijke gast was misschien nog wel die ene kameel van het Kerstwintercircus. “Ter promotie van de show liep een clown met hem door de stad. Mijn broer kocht de man om. Ik zie dat beest nog binnen staan, met zijn bult bijna tegen het plafond. De trappist op de bar slurpte hij in één teug leeg.”

Madeleine

In het begin werkte George alleen achter de bar. “Ik ging om 12.00 uur open tot ’s nachts 01.00 uur. Later ging ik met anderen werken. Bovenal met mijn zus Madeleine. Ik heb heel veel aan haar gehad. Ze is tot de laatste dag gebleven.”

Verjonging

Eind jaren negentig ging ook zijn zoon Jorg in het weekend bij hem werken. “We moesten verjongen. Ik vergeet het nooit meer: we zaten op zaterdagavond met vijf man aan de bar. Een paar jonge dames liepen voorbij en riepen: kijk, daar zitten alleen maar oude mannen. Toen dacht ik: nu moet er wat gebeuren. Bij mij kwamen er geen nieuwe gasten bij, ze gingen eerder dood. Mijn zoon had een grote aanhang en droeg enorm bij aan het voortbestaan van de kroeg.”

Einde

In 2005 viel het doek voor Taveerne. “Ik werd ziek; ze hebben mijn slokdarm verwijderd. Ik moest van de kroeg af, het ging niet meer.”

Tegenwoordig woont George in Geldrop, samen met zijn vrouw Marlies. “Zij heeft me altijd bijgestaan, regelde veel en deed de administratie. Natuurlijk was het horecaleven niet altijd makkelijk voor mijn gezin. Maar toch, als het puntje bij paaltje komt, hebben we het mooi samen gered. Je moet de mooie dingen onthouden, aan de rest heb je niets.”

Marjolein van Hoof

‘Die kameel slurpte de trappist in één teug leeg’