“Wat is nou jou allergrootste hersenkraker als wethouder?” Die vraag uit het publiek had ik niet zien aankomen. Anderhalve week geleden was in het voormalige V&D-pand een inloopavond over District E, het bouwplan aan de centrumkant van het station. Over een paar jaar is de skyline van Eindhoven door dit project drie hoge torens rijker.
Het moeten niet alleen maar mooie torens worden: het moeten ónze torens worden. Daarom is het belangrijk dat we de kans krijgen om mee te denken over hoe het er uit komt te zien. En hoe het Stationsplein en de omgeving ingericht moeten worden. Ondanks de wedstrijd van Nederland tegen Duitsland waren veel Eindhovenaren aanwezig. Sommigen omdat ze nieuwsgierig waren naar de plannen, anderen omdat ze er graag zouden wonen. En weer anderen, omdat ze willen weten wanneer er gebouwd gaat worden.
Iedereen had zijn of haar eigen redenen. Aan het einde van de bijeenkomst kreeg ik dus die hersenkraker-vraag. Ik moest er even over nadenken. Dat het een grote uitdaging is om de stad bereikbaar te houden, zowel voor bouwverkeer als voor mensen die er wonen en werken? Een probleem, maar met goed denkwerk op te lossen. Dat het belangrijk is dat de bouwplannen duurzaam worden ontwikkeld? Ook dat is een uitdaging, maar meer voor de bouwers dan voor de gemeente. Nee, waar ik echt mijn hoofd over breek is hoe we iedereen in de stad aanhaken op de grote ontwikkelingen in de stad.
Want over tien jaar is onze binnenstad onherkenbaar veranderd. Er komen veel nieuwe gebouwen. De rode steentjes worden vervangen, de wegen zullen anders ingericht zijn. Nog meer mensen van buiten de stad zullen naar Eindhoven komen. We maken een grote groei mee, zoals we die ook na de oorlog hebben gekend. En alle verandering is spannend. Als je daar geen oog voor hebt, kan het zijn dat mensen hun eigen stad niet meer herkennen. Hoe we ervoor zorgen dat iedereen de ‘make-over’ van Eindhoven omarmt, dat is wat mij betreft de grootste hersenkraker.