Grote grazers zijn gefokte, maar vooral ook wilde grotere planteneters, dus Schotse hooglanders, paarden, edelherten, reeeën, enz. Met de grote grazers wordt op verschillende plekken in Brabant in het natuurbeheer geëxperimenteerd. De dieren bepalen binnen de omheining wat er gebeurt. Ze kunnen in een groot begrazingsgebied als de Kampina, het Groene Woud of het Weerterbos het hele jaar door aan voedsel komen.
EINDHOVEN - Een wisent duwt wel eens een boompje omver en reeën houden van malse knoppen, zodat die de jonge boomgroei beperken. In de zomer is het voedselaanbod groot en zijn de grazers kieskeurig. Ze eten lang niet alles. Ze bouwen reserves op. In de winter groeit het gras niet meer. In dit seizoen ruimen ze allerlei planten op die ze in de zomer nog lieten staan.
Mineralen
Dan eten ze, afhankelijk van het dier, ook brandnetels, distels en stugge, dorre grassen. Aan het eind van de winter komen ze mineralen tekort en vinden die in de op gang komende sapstroom in de bast van bomen. Die moeten eraan geloven. Een boom die rondom zijn bast kwijt is gaat dood. Afhankelijk van de populaties in een gebied verdwijnen bos en struiken en zo maken de grazers het landschap opener.
Als er niet té veel dieren rondlopen, dan blijven er voldoende voor de grazers oninteressante plekken over, waar bomen en struiken goed in stand blijven.
Moerasbos
Zet een hek om zo’n groot gebied en de beesten bepalen dus zelf wat ze doen. Het vrij natuurlijke proces van begrazing staat hier voorop, dit heet procesnatuur. Daar tegenover staat patroonnatuur. Hier staat het menselijke ingrijpen voorop. Denk bijvoorbeeld aan het schraalland in de Collse zeggen met vele zeldzame planten en diersoorten, dat niet in stand kan blijven zonder dat de begroeiing jaarlijks gemaaid wordt. Bomen zouden het snel overnemen en er ontstaat moerasbos. Dat is ook mooi, maar variatie in de biodiversiteit is mooier. Het procesnatuurbeheer zien we op veel plaatsen in Zuidoost-Brabant. Eigenlijk gaat men met deze vorm van natuurbeheer terug in de tijd toen evenwicht bestond tussen planteneters, roofdieren en het landschap. Denk aan de savannen in Afrika waar de olifanten door hun sloopgedrag zorgen voor een halfopen landschap. Wat voor een natuurlijke situatie erg helpt, zijn roofdieren die het op de grazers gemunt hebben.
Een roedel wolven zou op de Kampina perfect zijn plaats kunnen vinden. Uit onderzoek in andere landen blijkt dat roofdieren meteen invloed op het landschap hebben. Dat komt door de dreiging die ervan uitgaat op de grote grazers. Deze laten het dichte bos links liggen: daar kunnen ze beslopen worden. Planteneters blijven het liefst in open gebied en in groepen lopen en vermijden plekken waar ze moeilijk kunnen vluchten.
Roedel wolven zou op de Kampina perfect zijn plaats kunnen vinden
Het effect van roofdieren is dus de dreiging, waardoor stukken van het gebied niet meer geschikt zijn voor de grazers. We gaan de ontwikkelingen verder meemaken in de grote natuurgebieden van Brabant.
Tussen Tilburg, Eindhoven en ‘s-Hertogenbosch ligt Nationaal Landschap Het Groene Woud. Het bestaat uit heiden, moerassen, vennen en bovenal bijzondere natte bossen op leemgrond. In 2017 kwam het edelhert er terug na ruim anderhalve eeuw afwezigheid. Ze lopen in het gebied ter weerszijden van de A2 tussen Best en Boxtel.
IVN VEV
Edelherten
De edelherten zijn te bewonderen ten noorden én ten zuiden van Eindhoven. Uitgezette wandelroutes zijn ‘Edelherten op het spoor’. De routes zijn te vinden op:
mooisteroutes.nl
Roofdieren hebben meteen invloed op het landschap
