Als cultuurverschijnsel is vrijmetselarij veel te interessant om eenvoudig te zijn. Bovendien is vrijmetselarij veel meer dan alleen een cultuurverschijnsel. Zij speelt een centrale rol in het leven van een groot aantal mensen. Mensen die zich er bewust op toeleggen hun leven vorm en inhoud te geven op basis van die vrijmetselarij. Toch is vrijmetselarij géén geloof, géén filosofie, géén politieke ideologie. Aanleiding om eens nader te kijken wat vrijmetselarij dan wél is en op zoek te gaan naar enkele van de bronnen waaruit zij is voortgekomen.

Aan het begin van de 18e eeuw (Londen, 1717) wordt de vrijmetselarij zoals gekend is, geboren. Daar is een lange zwangerschap aan voorafgegaan. Een aantal stromingen, zowel van religieuze als van maatschappelijke en filosofische aard, is samengekomen en heeft het zaad gevormd dat in de baarmoeder van de cultuur tot ontwikkeling is gekomen.

Eenduidigheid

Aan het begin van de 16e eeuw komt een deel van de christenheid in opstand tegen het gezag van de kerk van Rome. De overlevering wil, dat Maarten Luther op 31 oktober 1517 zijn 95 stellingen openbaar maakt. Daarna is het christendom nooit meer hetzelfde geworden.Eén van de belangrijkste elementen van deze opstand was het verzet tegen het katholieke uitgangspunt, dat de Bijbel alleen gelezen kon en mocht worden door deskundigen. Het ligt voor de hand, dat de roomse kerk ervan uitging, dat zij de enige is die deze deskundigen kon en mocht opleiden.De tekst van de Bijbel wordt vooral in het Latijn overgeleverd en het volk der gelovigen - binnen het katholieke wereldbeeld betekende dit ‘iedereen’ - is destijds aangewezen op de uitleg van deze teksten door de dienaren van die kerk. De kerkhervormers verzetten zich hiertegen. Voor en volgens hen is de Bijbel, het woord Gods, voor iedereen bedoeld en mag - nee, moet! - dus door iedereen gelezen (kunnen) worden. De Bijbel wordt dus vertaald in de volkstaal en op iedere gelovige komt de plicht te rusten die tekst zélf te lezen en te begrijpen. De gelovige komt, door het gedrukte woord, rechtstreeks in contact met zijn God, zonder dat daar een interpreterende geestelijkheid tussen zit die bindende uitspraken kan doen over de betekenis van dat geschreven woord.Er wordt dan ook naarstig naar de betekenis van woorden gezocht. Woorden krijgen een centrale plaats. In zekere zin verdringen de woorden de beelden waarin in het verleden de gesprekken met het volk hebben plaatsgevonden.Woorden hebben het ongelukkige imago, dat ze helder en éénduidig in hun betekenis zijn. Al na heel weinig nadenken weet de woordgebruiker dat dit niet zo is, maar de stelligheid van de betekenis van een woord wordt intuïtief hoger aangeslagen dan dat van het beeld. Het beeld lijkt voor meer uitleg vatbaar dan het woord. En zo ontstaat een vorm van ‘zeker weten’; een vorm van - én een hang naar - een éénduidige werkelijkheidsbeschrijving.

Geen verrassing

Precies een eeuw later mondt het verzet tegen deze verschraling uit in de publicatie van een klein aantal geschriften die de geschiedenis zijn ingegaan onder de naam ‘Rozenkruizersgeschriften’. Het zijn er welgeteld 3, maar hun invloed onder de intelligentsia is enorm. In deze teksten wordt de vloer aangeveegd met het heersende wetenschappelijke gesprek en wordt de loftrompet gestoken voor vormen van kennis die van ver gehaald worden; die ongebruikelijk en exotisch zijn. Met veel nadruk wordt gesteld dat het heersende denken te star en te onbeweeglijk is en dat vele geleerden en bestuurders te dom en niet voldoende nieuwsgierig zijn. Deze ideeën slaan in als een bom.Het verschijnen van deze documenten vindt plaats in dezelfde tijd - en opvallend genoeg, in dezelfde streken van Europa - waar en wanneer één van de meest afgrijselijke oorlogen uit de Europese geschiedenis losbarst. Tussen 1618 en 1648 raast de 30-jarige oorlog over het continent. De katholieke Habsburgse rijken en de protestante rest van Europa bevechten elkaar met een heftigheid die daarvóór ongekend is. Volgens de laagste schattingen kost deze oorlog, alleen al in de Duitse gebieden, aan 6 van de ongeveer 20 miljoen Duitsers het leven. Dat is 30% van de bevolking! Andere schattingen komen zelfs tot 12 miljoen slachtoffers. Het mag dan ook geen verrassing heten dat met name het denkende deel van de Europese bevolking de buik vol kreeg van het idee, dat het te rechtvaardigen is dat christenen van de ene denominatie die van een andere variant afslachten.

Knoop

En weer een eeuw later komen deze hoofdlijnen bij elkaar en vervlechten zich tot een knoop die ‘vrijmetselarij’ is gaan heten. De geestelijke ontwikkeling, die, wars geworden van vastgeroeste denkpatronen en losgemaakt van het accepteren van absolute autoriteit, eigen wegen zocht - en vond. Er wordt een eigen beeldtaal ontwikkeld; de taal van het symbool die zo karakteristiek is voor de vrijmetselarij. Na-walgend van de gruwelen van de 30-jarige oorlog, wordt de religieuze tolerantie hoog op de kaart geplaatst. De broederschap van alle mensen wordt centraal gesteld. En ook het gezellig samenzijn wordt niet vergeten. Er mag ook gelachen worden tijdens de bijeenkomsten, er kunnen vriendschappen gesloten worden, er mag goed gegeten en vrolijk gedronken worden. Mannen die elkaar anders misschien nooit tegen zouden komen, sluiten vriendschap en noemen elkaar ‘Broeder’.

De vrijmetselarij biedt zoekende mensen een zingevingsmethode in een vertrouwde omgeving die met behulp van ritualen en symbolen leidt tot zelfontplooiing, broederschap en daardoor een betere samenleving!

Zaterdag 10 september is het de Dag van de Vrijmetselarij. De deuren van alle logegebouwen in Nederland zijn dan geopend. Vrijmetselaren zijn aanwezig om iedereen die vragen heeft te woord te staan en wellicht antwoord te geven. Ook in Eindhoven, waar zich 4 loges bevinden met leden uit Eindhoven en omgeving. Van 11.00 tot 16,00 uur. In Eindhoven is het logegebouw gevestigd in de Potgieterstraat 41.

Open dag

De broederschap vanalle mensenwordt centraal gesteld

Frans Krap, stafredacteur VM