“Er kan heel veel spanning zijn, in de wereld of in politiek Den Haag, maar hier in Eindhoven blijven we naar elkaar omkijken en samenwerken. Met elkaar zorgen we dat onze stad er beter op wordt: dat wens ik ons toe voor 2024.”

Door Marjolein van Hoof

Tevreden kijkt Jeroen Dijsselbloem (57) terug op 2023: als burgemeester, maar ook zeker als inwoner van Eindhoven.

Zo genoot hij van evenementen als DDW en GLOW: “Zo’n mooie sfeer. Tienduizenden mensen die door de stad lopen en allemaal vreedzaam, dat vind ik zo bijzonder”.

Van het Muziekgebouw waar hij als fervent muziekliefhebber regelmatig te vinden was: “Echt een parel voor de stad. De programmering is gewoon super, voor elk wat wils. Het Merhaba Festival was geweldig, maar bijvoorbeeld ook het optreden van jazzbassist Marcus Miller”.

Van carnaval: “Dat had ik al 37 jaar niet meer gevierd. Spannend, ga ik dat nog steeds leuk vinden? Nou, ik heb me super vermaakt! Voor mijn vrouw was carnaval helemaal nieuw en ook zij vond het erg leuk”.

En hij genoot natuurlijk van PSV: “Nu is het hopen op een kampioenschap. Ik heb het bordes al geveegd, dus laat ze maar komen. We zijn er klaar voor!”

De stad in

Voor Dijsselbloem was 2023 het eerste volle jaar als burgemeester van Eindhoven. “Voor mij het jaar om veel de stad in te gaan. Dat was heel leuk en fijn om te doen en het wordt ook gewaardeerd, merk ik. Ik heb nieuwe dingen ontdekt en veel mensen leren kennen”, knikt hij.

Wat hem vooral opviel aan al die bezoekjes, was de kracht van de inwoners zelf. “Er zijn zoveel mensen actief in de wijken en bij verenigingen. Ze nemen zelf initiatieven en daar hebben ze lang niet altijd de gemeente bij nodig. Ze zorgen voor elkaar; dat vind ik nog het mooiste om te zien. Laatst was ik bij het oude klooster aan de Hoogstraat, waar nu allerlei sociale projecten ondergebracht zijn. Samen vormen ze een mooie gemeenschap; echt ontroerend.”

“Wij zijn een grote stad, met de problemen die daarbij horen, maar het gaat eigenlijk heel goed met Eindhoven”, zegt Dijsselbloem. “De stad is volop in ontwikkeling, groeit enorm en veel bedrijven doen het goed. Dat biedt ook mogelijkheden. We hebben de financiële ruimte om mensen te helpen en het bedrijfsleven springt op alle fronten bij. Er gebeuren heel veel positieve dingen om problemen samen aan te pakken.”

Brainport voor Elkaar

Als voorbeeld noemt hij de lancering van ‘Brainport voor Elkaar’, nu een jaar geleden. “Hiermee kijken we, onder meer met het bedrijfsleven, hoe we taaie maatschappelijke problemen kunnen aanpakken. Puur om mensen te helpen, bijvoorbeeld met hun schulden, taalachterstand, schooluitval, lerarentekort of projecten in de wijk. Het bedrijfsleven doneert geld of stelt vrijwilligers beschikbaar, denk aan mensen die tijdens werktijd ook docent mogen zijn op school. Daarnaast doen steeds meer bedrijven mee aan Financieel Fit, een programma om mensen met financiële problemen te helpen, bijvoorbeeld door coaching. Dat is het afgelopen jaar echt goed van de grond gekomen.”

Trots

Dijsselbloem denkt dat de Eindhovenaren op de eerste plaats vooral trots zijn op de ontwikkelingen in de stad. “Er gebeurt hier wel wat, er is een enorme dynamiek”, glimlacht hij.

“Natuurlijk zitten er ook nadelen aan de groei, zeker op korte termijn. Denk aan de enorme wachtlijsten om een huis te vinden, meer files rondom Eindhoven en het personeelstekort bij bedrijven, de zorg en het onderwijs. Dat zijn de uitdagingen waar we veel tijd en energie in stoppen.”

Nieuwbouw

“Als er nou één ding is waar de stad onder spanning staat, dan is het de woningmarkt. Zoveel mensen die geen huis kunnen vinden en geen kant op kunnen. Gelukkig zijn afgelopen jaar grote bouwprojecten in gang gezet of al opgeleverd. Van De Bunkertoren tot de grote studentenflat die gebouwd wordt op het TU/e-terrein en het nieuwbouwproject aan de PSV-laan. We hebben eindelijk groen licht gekregen voor alle nieuwbouwplannen aan de zuidkant van het Centraal Station; het Stationsplein en de Fuutlaan. Daar kan komend jaar de schop in de grond.”

Bereikbaarheid

Ook op het gebied van bereikbaarheid moeten er stappen gemaakt worden. “We moeten nog veel plannen voorbereiden en uitwerken, onder meer voor de uitbreiding van het station: een heel groot project. Het Rijk en het bedrijfsleven betalen mee en ook de omliggende gemeentes worden om een bijdrage gevraagd. Dit is een project wat nog jaren gaat duren.”

In de realisering van al die plannen speelt uiteraard het nieuwe kabinet een belangrijke rol. “Het moet bijvoorbeeld niet zo zijn dat wij klaar zijn om te gaan bouwen en we te horen krijgen: dat mag niet vanwege het stikstofprobleem. Hetzelfde geldt voor asiel en migratie. Wij zijn bezig met opvanglocaties - als grote stad moet je daarin je verantwoordelijkheid nemen - maar je wil ook dat er een spreidingswet komt zodat alle gemeentes gaan helpen. Op een aantal punten is er de afgelopen jaren weinig gedaan in Den Haag, het was vooral heel veel naar elkaar kijken en wijzen, en ondertussen moeten de gemeentes gewoon door.”

Thuis blijven voelen

Als een stad zo snel groeit, wat moet er dan allemaal meegroeien? “Dat brengen we nu in beeld. Daarbij speelt leefbaarheid een belangrijke rol. Het kan economisch heel goed gaan, maar je moet wel zorgen dat we als gemeenschap goed blijven functioneren en dat mensen zich thuis voelen. Er komen veel nieuwkomers naar de stad die zich ook moet aanpassen en invoegen. Dat kost tijd en moeite. Ik vind het belangrijk dat het bedrijfsleven zijn verantwoording daarin neemt, bijvoorbeeld met taalcursussen. De universiteit heeft nu een mooi plan aangekondigd: ze wil dat alle studenten iets gaan doen in de gemeenschap, een baan of vrijwilligerswerk. Blijf niet alleen op die campus hangen, ga de stad maar in. Dat vind ik een heel mooi initiatief.”

Grootste uitdagingen

Dus de grootste uitdagingen voor 2024? “Zorgen dat de schop zoveel mogelijk de grond in gaat, sociale problemen aanpakken en mensen helpen met het betalen van de rekeningen. Eindhoven moet een fijne plek blijven om in te leven, waar je elkaar kunt ontmoeten en leuke dingen kunt doen. Die balans gaan we er komend jaar inhouden.”