Is het een eer om benoemd te worden tot ereburger van je stad of dorp? Nou, ik denk het wel. Je moet dan toch heel wat voor de samenleving gepresteerd hebben, toch?

Citymarketeer Peter Kentie en gemeenteambtenaar Eric Boselie zijn benoemd tot ereburgers van Eindhoven. Saillant detail: beide heren, evenals de vele burgemeesters die in het verleden het ereburgerschap kregen, waren ook in dienst van de gemeente Eindhoven. Dat bracht mij tot de vraag: hoe werkt eigenlijk zoiets? Hoe of wanneer kom je hiervoor in aanmerking?

Op de website van de gemeente lees ik: ‘Sinds 1939 kent de gemeenteraad het ereteken van de stad Eindhoven toe. Deze hoogste onderscheiding die Eindhoven kent, is voor inwoners die zich voor de stad bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt.’ Ook zie ik dat Eindhoven tot nu toe 67, waaronder twee vrouwen, ereburgers telt.

Wanneer je de namen van deze personen aanklikt, zie je wat hun bijzondere verdiensten voor de stad zijn geweest. Zo lees ik dat Joe Cattini in het kader van operatie Market Garden, op 18 september 1944, als 21-jarige soldaat uit het Britse leger mede verantwoordelijk was voor de bevrijding van Eindhoven. Een ware oorlogsheld in mijn ogen.

Verder zie ik dat veel directeuren en oprichters van belangrijke Eindhovense bedrijven tot ereburgers zijn benoemd, zoals Anton en Frits Philips, Hub en Wim van Doorne en Wim van der Leegte.

Diverse sporters staan op de lijst vermeld, onder wie Pieter van den Hoogenband en Jacco Verhaeren. Ook mensen die een belangrijke rol bij PSV hebben gespeeld, zijn niet vergeten. Denk aan Harry van Raaij, Toon Gerbrands en Guus Hiddink.

Hoewel Eindhoven in het verleden landelijk een naam op muziekgebied had, mede dankzij de talentenshow Cabaret der Onbekenden, mis ik de namen van Peter Koelewijn, Anneke Grönloh, Harry van Hoof, Trea Dobbs, Lenny Kuhr, Bertus Borgers of Armand.

Naast de bekendere personen, staan er gelukkig ook vrijwilligers op de lijst die zich onbezoldigd in de schijnwerpers wisten te plaatsen. Enkele namen zijn: Sjef Wolfs, Ad Engbers, Willem Sterenburg en Frits van Geffen. Deze laatste categorie ereburgers verdient in mijn ogen in de toekomst meer aandacht. De meeste vrijwilligers werken echter in de anonimiteit en zoeken de publiciteit niet op. Vandaar mijn oproep: maak deze mensen, vooral ook vrouwen, zichtbaar wanneer zij zich in uw ogen bijzonder verdienstelijk maken voor onze stad en meld ze aan! Ook zij verdienen het toch?

Dorothée Foole

www.eindhovenwinkel.nl