Als ik na een bezoekje aan de Randstad of aan een buitenlandse hoofdstad als Parijs of Madrid weer thuiskom, voel ik me gelukkig dat ik in Eindhoven woon. Hoewel Eindhoven met de bebouwing de laatste jaren flink aan de weg timmert, vormen de Dommel en de talrijke parken een fijn tegenwicht.

Eindhoven is groen, vooral heel groen: kijk maar eens vanuit het Catharina Ziekenhuis van een hoge verdieping over de stad! Groen, niet alleen door de parken, de plantsoenen en de bomen langs lanen en wegen, maar ook door de duizenden voor- en achtertuintjes van mijn stadsgenoten.

Veel van die tuinen hebben heggen en hagen als erfafscheiding en dat is goed voor mens en dier. Als het alleen te doen zou zijn om de grens van het erf aan te geven, doet een muur of schutting prima dienst. Maar véél liever een heggetje of een statige haag! Eigenlijk zijn alle soorten heggen en hagen mooi. Het woord heg en het woord haag hebben dezelfde betekenis en in het Brabants gebruikt men ook wel het woord ”tuin” voor heg. Dus voor wie van elders afkomstig is: buurman knipt hier niet de heg van z’n tuin, maar de tuin van z’n hof.

Meidoorn

In sommige streken van ons land, bijvoorbeeld langs de Maas en in Zeeland, zijn nog mooie voorbeelden van meidoornheggen te zien. In onze directe omgeving ontbreken deze afscheidingen, maar ik weet nog wel een paar houtwallen in Gijzenrooi, die dezelfde functie hebben. Ook beuken en haagbeuken zijn al honderden jaren als haagplant in gebruik. Rond oude boerenhoeven en gebouwen staat vaak een mooie beukenhaag. Buxus is een struik die geschikt is om een heg van te maken, maar de plaaggeest buxusmot heeft hem bij veel mensen de das om gedaan.

Grazers

Conifeerhagen kunnen heel smal en/of laag geknipt worden, zoals de haag-conifeer. Die kan heel ver teruggesnoeid worden en zo smalle, dichte en hoge hagen vormen. Veel haagplanten hebben doorns, zoals vuurdoorn, meidoorn en berberis en ze lijken mooier te worden naarmate men ze meer snoeit. Het lijkt wel of ze ervoor gemaakt zijn! De theorie is dat deze planten zich geleidelijk aangepast hebben in een tijd, dat grote grazers als herten, paarden en runderen telkens de jonge loten van deze planten afvraten en zoals onze voorlopers al aardige hagen bij elkaar getuinierd moeten hebben. Voor de taxus overigens gaat dat niet op, omdat de naalden en de pitten van de vruchten voor dieren giftig zijn.

Onderhoud

Als de haag een erfafscheiding betreft is goed overleg met de buren vóór de aanschaf, maar ook over het komende onderhoud, een eerste vereiste. De aanschaf van een haag kan afhankelijk van de soort, een behoorlijk bedrag kosten. Dan is het altijd fijn als de kosten gedeeld kunnen worden. De beste tijd om een haag te planten is het late najaar. Er is dus nog wel even tijd om een goede keus te maken.

Als ze in een haagje staan, zijn de haagbeuk en de beuk nauwelijks van elkaar te onderscheiden. Vandaar dat veel mensen denken dat een haagbeuk een beuk is die in een haag staat. Maar het zijn twee verschillende soorten. Bij de volwassen boom wordt die fout niet snel gemaakt. De vorm van de takken is heel verschillend: kronkelend of juist recht. Volwassen beuken staan er heel veel in de stad. Haagbeuken minder. Op landgoed de Grote Beek staan ze vlak bij elkaar. Achter de voormalige personeelswoningen aan de A. Fokkerweg. De wandeling ‘Grote Beek De Tuin’ komt erlangs. Je vindt deze tocht (onder het kopje ‘Route’) op:

ivn.nl/afdeling/veldhoven-eindhoven-vessem