‘Wie is de Mol’ is een populair tv-programma, zó populair dat je haast vergeten zou dat de mol gewoon een Nederlands zoogdier is. Met de Latijnse naam Talpa Europea, waarmee de link naar televisie weer terugkomt. Bekend dus, maar niet vaak bekeken, want als de mol bovengronds komt, loopt het vaak slecht af met het diertje.

De directe aanleiding om een stukje over mollen te schrijven is dat ik elke dag aan deze diertjes herinnerd word. In mijn tuin in stadsdeel Acht verschijnen namelijk steeds weer nieuwe molshopen. Vroeger zou ik direct met klemmen aan de gang zijn gegaan, om het gevaar zo snel mogelijk te bestrijden. Want molshopen zijn lelijk. Maar als we dat lelijke van de hopen nu eens laten voor wat het is, hebben we er dan misschien een beetje plezier aan? In ieder geval wél de mol zelf. Niet omdat hij de molshopen zo mooi vindt, de mol is nagenoeg blind, maar wel omdat de hopen het resultaat zijn van zijn leven onder de grond.

Tot twee meter

De mol leeft in een zelf gegraven gangenstelsel. Het grootste gedeelte van het jaar alleen. Het gangenstelsel kan wel een kilometer lang zijn. Meestal een halve tot één meter onder de grond, maar soms ook dieper, tot twee meter. In die gangen verzamelt de mol zijn voedsel, veel regenwormen, insecten, slakken of een muisje dat per ongeluk in zijn gang terecht komt. Als er veel eten beschikbaar is heeft hij een speciale manier om het ‘vers’ te houden. Hij bijt dan in de kop van een regenworm, waardoor die verlamd raakt en daarna sleept hij de verlamde wormen naar een voedselkamer. Zo’n voorraad kan wel honderd wormen zijn. Dat lijkt veel, maar een mol eet ongeveer 50 wormen per dag.

Kraamkamer

Rond maart gaan de mannetjes op zoek naar een vrouwtje. Ze kruipen ondergronds door mollenritten (ondiepe gangen) tot ze een vrouwtje vinden om mee te paren en dan gaan ze er weer meteen vandoor. Het vrouwtje maakt in haar territorium een kraamkamer, die ze bekleedt met mos en ander droog materiaal. Als je een extra grote molshoop ziet in het voorjaar, zou die van de kraamkamer kunnen zijn. Ze krijgt ongeveer 5 jongen die een paar maanden bij de moeder blijven. Dan gaan ze op zoek naar een eigen territorium. Dat is de periode dat de mol het kwetsbaarst is: veel vallen er ten prooi aan roofdieren als de buizerd, vos en wezel. Als de jonge mol geluk heeft, treft hij een verlaten gangenstelsel aan, waar hij zijn intrek kan nemen. Mollen worden in de regel niet ouder dan 3 jaar.

Laten zitten

Behalve de last die zijn molshopen veroorzaken, is het diertje eigenlijk alleen maar nuttig bezig. De gangen brengen lucht ondergronds: goed voor de wortels van bomen en heesters. Hij ruimt schadelijke insecten op, zoals larven van de langpootmug, die de wortels van gras eten. Dus mensen die van een mooi gazon houden, zouden de mol niet moeten verjagen. Beter is het om de verse molshoop te verspreiden en een beetje zand en het uitgedrukte graspolletje terug te duwen. Een leeg gangenstelsel wordt snel door een andere mol ingepikt. Als de mol tevreden is over zijn gangenstelsel dan onderhoudt hij wat hij heeft en maakt geen nieuwe gangen meer. Eigenlijk kan je een mol dus beter laten zitten.