Eindhoven opleuken met graffiti lijkt momenteel de trend. Naast de beschilderde varkensruggen verspreid in de stad, zijn nu blijkbaar ook de gevels aan de beurt. Midden in het centrum is de metershoge zijgevel van het Muziekcentrum een ware eyecatcher geworden en in het stadsdeel Tongelre werden de sloopwoningen in de Rustenburgstraat door graffitikunstenaars onder handen genomen.

Eerlijk gezegd ben ik een beetje jaloers op al die mensen die met een potlood, krijtje, penseel of spuitbus een klein of groot meesterwerkje weten te creëren. Helaas heb ik die gave niet. Ik ben al blij wanneer ik een knotwilg, kerstboom of eenvoudig huis met dak en schoorsteen op papier kan ‘toveren’.

Met naald en draad kan ik beter overweg. En, hoewel ik er vroeger een hekel aan had, mag ik ook nog wel eens een paar breinaalden driftig laten tikken. Die impuls heb ik ongetwijfeld aan mijn moeder te danken. Zij bezat de gave om blind te breien. Terwijl zij televisie keek, wisten haar handen feilloos de steken op de breinaalden te vinden. Insteken, omslaan en overlaten gaan, ging bij haar automatisch. Dat kunstje heb ik me helaas niet eigen kunnen maken. Ik moet kijken wat ik doe, want anders gaat er een steek verloren en is de ellende niet te overzien.

Huisvlijt, het is iets wat niet meer van deze tijd is. Gaten in sokken worden niet meer gestopt en dat geldt ook voor ladders in panty’s. Ik kan me herinneren dat mijn moeder nylons met een ladder naar een winkel bracht, waar deze met een speciaal apparaatje weer werden opgehaald! Maar dat is al héél lang geleden.

Toch heb ik wel mijn vruchten geplukt van het breiwerk en zelf kleding maken van mijn moeder. Wij hadden thuis een naaimachine en mijn moeder was geabonneerd op het zelfmodemaakblad Burda. Hierin stonden voorbeelden van jurken, rokken, jassen en broeken inclusief de patronen. Met hulp van mijn moeder kwam ik een heel eind op de naaimachine.

Sieraden maken heb ik ook een tijdje gedaan. Vooral oorbellen. Niet alleen oorknopjes maar ook lange exemplaren. Het liefst exemplaren die opvielen. Zo bont als Wilma Groenendijk heb ik het echter nooit gemaakt. Maar ja, ik had dan ook geen 3D-printer tot mijn beschikking. Deze Udense maakt zogenaamde klittebellen oftewel afbeeldingen van een clitoris voor in de oren. Ik denk niet dat ik vroeger het huis uit gekomen zou zijn wanneer deze ‘bellen’ aan mijn lellen zouden hangen. Ook nu ikzelf kan bepalen wat ik wel en niet doe of draag, voel ik me niet geroepen om met mijn geslachtsdeel in mijn oor de stad in te gaan. U wel?

Dorothée Foole

www.eindhovenwinkel.nl