“2024 was vooral een jaar van ‘vol gas geven’ en we hebben veel werk verzet. Landelijk en internationaal zijn er zorgelijke ontwikkelingen, maar als ik dan naar Eindhoven kijk, dan ben ik gewoon supertrots.” Samen met burgemeester Jeroen Dijsselbloem blikken we terug op het afgelopen jaar én kijken vooruit naar 2025.

Door Marjolein van Hoof

“Het contrast met Den Haag; ik word er wel eens schizofreen van. Daar wacht iedereen op oplossingen die er maar niet komen, terwijl we hier in Eindhoven op alle fronten met elkaar bouwen en investeren in een hele positieve sfeer. Deze burgemeester mag blij zijn dat hij hier burgemeester is”, zegt Dijsselbloem oprecht.

“Het hoogtepunt van 2024? Het kampioenschap van PSV natuurlijk”, glundert hij. “En natuurlijk is het allerbelangrijkste voor komend jaar dat ze weer kampioen worden!”

Tanden op elkaar

En dan serieuzer: “We hebben afgelopen jaar de Beethovendeal met het kabinet gesloten. Bij elkaar staat er nu meer dan 4 miljard klaar om te investeren in huizen, bereikbaarheid, een nieuw busstation: noem maar op. De komende jaren moet het geld gaan rollen! De stad gaat in verbouwing en dat zie je nu al: steeds meer hijskranen, afgesloten wegen en omleidingen. Even met z’n allen de tanden op elkaar, want dit betekent wel dat we echt het tempo van woningbouw kunnen verhogen”.

De bouwwerkzaamheden voor KnoopXL zijn gestart ten zuiden van het station, woontoren Niko op Strijp-S is in aanbouw, het woonproject Groot Hartje naast het Philips Stadion krijgt vorm en de bouwwerkzaamheden bij TAC zijn begonnen. “Daar word ik heel blij van, want de woningnood is echt een groot probleem.”

Groen maakt gelukkig

“Maar ja: meer stenen en meer inwoners, dat maakt een stad niet meteen leefbaarder. We moeten ook groener worden. In een groene omgeving zijn mensen gelukkiger, Een hele uitdaging, want de ruimte is schaars. Toch slagen we daarin. Terwijl we bouwen op het TAC-terrein leggen we ook het Victoriapark aan waarbij we het beekje de Gender weer naar boven brengen. En dat middenin de stad, fantastisch! Het Stationsgebied gaat enorm veranderen, maar wel met veel meer groen. En bij het VDMA-terrein aan de Vestdijk, waar heel veel woningen komen, komt een klein stadsbos.”

En dan is er komend jaar nog de openstelling van De Wielewaal, het voormalig landgoed van Frits Philips. “Ik ben er een paar keer geweest en het is alsof je in een sprookjeswereld komt. De natuur is er betoverend en daar kan dadelijk iedereen van genieten.”

Sociale uitdagingen

“Terwijl de stad zich verder ontwikkelt, moeten we zorgen dat het leefbaar blijft. Dat vind ik heel belangrijk. Daarbij hebben we ook een sociale uitdaging. Veel mensen hebben moeite om rond te komen. De gemeenteraad heeft extra geld uitgetrokken om inwoners op allerlei manieren te helpen: van de energietoeslag tot de witgoedregeling. De inkomensgrens voor sociale regelingen is verlegd, waardoor meer mensen er gebruik van kunnen maken.”

Afgelopen jaar is ook Brainport voor Elkaar verder opgezet: “Een samenwerking tussen het bedrijfsleven, gemeenten en maatschappelijke organisaties die samen taaie sociale problemen aanpakken. Zo springt het bedrijfsleven bij als mensen schulden hebben. Werkgevers gaan het gesprek aan met werknemers: hoe kan ik jou helpen? Er zijn ook veel bedrijven die hun medewerkers beschikbaar stellen voor de stad, bijvoorbeeld door ze een paar uur in de week les te laten geven op scholen waar een gebrek aan docenten is. Dat vind ik heel mooi”.

Opvang

Iets wat Dijsselbloem zorgen baart, is de forse toename van dak- en thuislozen. “We hebben een acuut tekort aan bedden en zijn voortdurend op zoek naar opvanglocaties. De meeste mensen komen niet op straat door drank en drugs, maar door problemen thuis. Een scheiding of huiselijk geweld bijvoorbeeld. Door het woningtekort kunnen ze geen kant op. We willen hen zo snel mogelijk een eigen plek geven. In alle stadsdelen hebben we opvanglocaties nodig en daarvoor doe ik een beroep op de stad om echt te helpen. We hebben als gemeenschap de plicht om te zorgen dat die mensen een bed hebben, en een dak boven hun hoofd”, zegt hij stellig.

“Dat geldt ook voor asielzoekers. We hadden minder dan 100 opvangplekken, nu zijn dat er bijna 600 en het worden er 1200 verdeeld over de hele stad. Wel of geen spreidingswet: zolang die mensen er zijn, is het probleem er nog steeds en we gaan niet toestaan dat ze in Ter Apel op het gras liggen.”

Ontspannen stad

Dijsselbloem spreekt zijn zorgen uit over de spanningen rondom internationale conflicten, racisme en discriminatie. “In Eindhoven valt dat gelukkig mee, en daar ben ik trots op. Dit soort conflicten moeten we absoluut niet importeren in onze stad. Het gaat me niet om de demonstraties: als je ergens niet mee eens bent, dan mag je de straat op. Dat moet ook zo blijven, maar nooit met geweld, intimidatie of door het zaaien van angst en haat. Het is voor mij heel belangrijk dat het een ontspannen stad blijft.”

Grote waarde hecht hij aan de herdenking van de bevrijding van Eindhoven op 18 september. “Dat deden we afgelopen jaar voor het eerst in een nieuw jasje. Dat leidde tot discussies, het duurde te lang en dat gaan we volgend jaar verbeteren. Maar het herdenking van de bevrijding, en vooral het vieren van de vrijheid vind ik heel belangrijk. Wat betekent vrijheid? Dat is nu natuurlijk super actueel. Dat we afgelopen jaar ook voor het eerst de Eindhoven Pride hadden, vind ik fantastisch. Ook dát is een uiting van de vrijheid die we met elkaar hebben.”

Indrukwekkend

De rol van burgemeester heeft twee kanten, vertelt Dijsselbloem. “Opkomen voor de regio naar buiten toe, zoals met die Beethovendeal, én er voor de Eindhovenaren zelf zijn. Er gebeuren voortdurend grote en kleine dingen in de stad die aandacht vragen.”

Als voorbeeld noemt hij het dodelijk ongeval van de 16-jarige Guusje, die begin november op de Leenderweg aangereden werd door een vrachtwagen. “Je merkt dat de hele stad meeleeft, het verdriet samen draagt. Ik ben bij haar ouders geweest. Hoe zij hiermee omgaan, dat vond ik echt heel indrukwekkend.”

Dijsselbloem ontmoette meer bijzondere Eindhovenaren. “Ik ga elke week de stad in en vind het telkens weer wonderlijk hoeveel initiatieven er zijn. Mensen die zich volstrekt belangeloos inzetten voor een ander, vaak heel lokaal in hun eigen buurt. We kunnen als gemeente nog zoveel organiseren; dat valt in het niet bij het aantal vrijwilligers en de uren die zij erin steken. Dat is ook het leuke aan Eindhoven. Enerzijds zijn er grote ontwikkelingen en aan de andere kant gebeuren er mooie, relatief kleine dingen waardoor de stad ook echt een mooie plek blijft. Daar ligt direct mijn grootste uitdaging: de belangrijkste taak van een burgemeester is om de boel bij elkaar te houden, zorgen dat we één blijven.”

Zijn wens voor 2025? “Dat iedereen zich thuis blijft voelen in de stad en betrokken blijft: bij je sportvereniging, je wijk of je buurvrouw die aandacht nodig heeft. Het belangrijkste weefsel van de stad zijn de inwoners zelf: mensen die naar elkaar omkijken en initiatieven nemen. En dat doen ze alleen als ze zich veilig en thuis voelen in de stad.”