Het verhaal van 6 miljoen Joden die zijn omgekomen tijdens de Tweede Wereldoorlog is nauwelijks te bevatten. Eindhovenaar Martijn Docters maakt het lot dat Joodse mensen moesten ondergaan inzichtelijk aan de hand van een persoonlijke familiegeschiedenis. In pop-up museum Het Hornemannhuis staat het verhaal centraal van de Eindhovense broertjes Edo en Lexje Hornemann, in 1945 vermoord door de nazi’s. Op vrijdag 19 april worden de twee broertjes herdacht. “Ik vertel een historisch verhaal, met een kapstok naar vandaag.”
Door Rob Weekers
“De wereld staat in brand. Als we iets nodig hebben, dan is het wel dat we moeten leren van de lessen uit het verleden”, zegt Martijn Docters (58). “Daar ziet het er niet naar uit als je bekijkt wat er zich nu afspeelt op het wereldtoneel.” Om er direct aan toe te voegen: “Ik wil het niet al te politiek maken, maar paralellen met het verleden zijn er zeker te trekken.”
Docters stipt een recent onderzoek aan van het CIDI (Centrum Informatie Documentatie Israël) waarin gewag wordt gemaakt van toenemend antisemitisme. “Voor een deel toe te schrijven aan de oorlog tussen Israël en Hamas, maar dan nog. Oor- en veroordelen we met z’n allen niet te snel? Is het niet beter om de dialoog met elkaar aan te gaan, en naar elkaar te luisteren? Niemand wil oorlog! Ik ga in mijn eentje de wereld niet verbeteren”, zegt Martijn Docters. “Al draag ik maar een klein steentje bij, dan is dat al iets. Door bijvoorbeeld mensen duidelijk te maken dat het niets mag uitmaken wie je bent, of waar je wiegje heeft gestaan.”
Bewustwording
In het museum wordt aan de hand van afbeeldingen, posters, informatieborden en voorwerpen een perspectief geschetst van de Tweede Wereldoorlog, en de ingrijpende gevolgen ervan. “Er is meer dan dat”, zegt Docters. “Door de geschiedenis inzichtelijk te maken, een verhaal te vertellen, lezingen te houden, zorgen we voor bewustwording en tolerantie. Dat is hard nodig, zeker nu. Soms zijn er successen. Een bedankmailtje van een scholier, een bedrijf dat hier op bezoek is en waarvan de medewerkers zichtbaar ontroerd zijn. Het geeft me telkens weer de drive om door te gaan.”
Sinds de komst van het pop-up museum aan de Hurksestraat, vier jaar geleden, houdt Martijn Docters zich vrijwel iedere dag bezig met de gang van zaken van het museum, en trekt hij het hele land door om zijn verhaal te vertellen. Inmiddels telt het museum, dat in stichtingsverband opereert, meer zo’n 45 vrijwilligers, en kent het onlangs opgerichte jeugdcomité een mooie aanwas. “Zo mooi! Ik ben ondernemer, ben creatief, kan goed ouwehoeren, maar ik kan het ook niet alleen hè”, zegt Docters. ”We doen het uiteindelijk samen.” Het museum is in een paar jaar uit zijn jasje gegroeid. “Een mooie plek in het centrum van de stad zou prachtig zijn, daar sorteren we nu alvast op voor.”
Naderend onheil
In een zaaltje van het museum hebben zich afgelopen dinsdagochtend zo’n zestig leerlingen van het Van Maerlantlyceum verzameld. De leerlingen van 3 en 4 havo zijn in afwachting van de lezing die Martijn Docters gaat geven, en hebben ter voorbereiding enkele lessen op school gevolgd. Martijn weet de aandacht van de scholieren al snel te trekken, door ze mee te nemen in het verhaal van zijn twee achterneefjes Edo en Lexje, en hun ouders Flip en Bets. Een joods gezin uit Eindhoven, dat het naderend onheil van de Tweede Wereldoorlog ziet aankomen, keuzes moet maken, onderduikt, en uiteindelijk het noodlot niet kan ontwijken. Martijn Docters schetst een beeld van hoe alles ‘gewoon’ wordt in een wereld van waanzin.
Medische experimenten
Kamp Vught, kamp Westerbork, Auschwitz, het komt in een notendop voorbij, maar genoeg om de scholieren bij de les te houden, al is er soms rumoer als een mobieltje afgaat. Als Docters vertelt dat Flip en Bets zijn overleden, en Edo en Lexje er op jonge leeftijd alleen voor staan in vernietigingskamp Auschwitz, is de aandacht er weer vol bij. Helemaal als wordt verteld dat de twee Eindhovens broertjes samen met nog 18 kinderen worden geselecteerd voor medische proeven en verhuizen naar concentratiekamp Neuengamme, in de buurt van Hamburg. De broers vallen ten prooi aan gruwelijke medische experimenten.
In een schoolgebouw in Hamburg volgt -de oorlog loopt dan al op haar einde- het definitieve verdict voor de broertjes Hornemann, als ze samen met de andere kinderen worden opgehangen aan de verwarmingsbuizen van het gebouw. “Dat lukte niet meteen”, zegt Martijn Docters tijdens dit cruciale deel van zijn lezing. Hij neemt even een korte pauze, en vervolgt: “Een aantal SS’ers zijn toen aan armen en benen gaan hangen om de nekken van de kinderen te breken. En dan is het voorbij, Edo en Lexje zijn dood, vermoord.”
Diepe zucht
In de zaal is het voor het eerst doodstil, de leerlingen zijn zichtbaar onder de indruk. “’Ze zijn niet zo oud geworden als jullie”, richt Martijn zich tot de scholieren. Het blijft stil. Dan slaakt hij een diepe zucht, en vervolgt zijn verhaal. Later als de leerlingen al lang en breed naar huis zijn, blikt Martijn er nog eens op terug. “Iedere keer als ik het verhaal vertel van mijn twee achtneefjes, dan raakt me dat, schiet ik vol.”
Na afloop van de bijeenkomst nemen de leerlingen nog een kijkje in de verschillende ruimtes in het Hornemannhuis. Scholier Berk bekijkt er aandachtig een infopaneel. “Of ik iets geleerd heb? Van het meeste was ik toch wel op de hoogte. Dat er op kinderen medische experimenten plaatsvonden, dat wist ik niet. Heel heftig.”
In de gang staan Loek, Noeri en Rick nog wat na te praten. Ook op dit trio maakte de lezing van Martijn indruk. “Heel interessant”, zegt Loek, die al op de basisschool over het verhaal van Edo en Eefje hoorde. “Dat maakt het misschien wel makkelijker om het te begrijpen”, zegt hij. Dat de twee broertjes door de nazi’s zijn gebruikt als medisch proefkonijn is voor de scholier moeilijk te bevatten. “Echt erg.” Rick knikt instemmend. “De lezing was best boeiend, maar duurde een beetje te lang”, geeft hij aan.
Martijn Docters hoort dat wel vaker. “Heeft voor een deel met de leeftijd te maken”, relativeert hij. “We krijgen in ons museum per jaar zo’n 1.500 scholieren over de vloer aan wie we ons verhaal vertellen. Ik zie en merk dat mijn verhaal veel leerlingen raakt. Daar gaat het uiteindelijk om. Jongeren hebben de toekomst. Ik vertel een historisch verhaal, met een kapstok naar vandaag. Een klein beetje meer begrip hebben voor elkaar, we kunnen het goed gebruiken.”
Tijdens de herdenking, vrijdag 19 april om 13.00 uur in het Hornemannplantsoen, houdt locoburgemeester Rick Thijs een toespraak, en leggen leerlingen van het Van Maerlantlyceum bloemen bij het monument ter nagedachtenis aan de Joodse kinderen. Daarnaast staat ook nog op het programma een bezoek aan het voormalig woonhuis van de broertjes aan de Staringstraat.