Een tatoeage zegt soms meer dan duizend woorden. Het symboliseert een gevoel of een belangrijke gebeurtenis. In de serie Onderhuids maken we kennis met uiteenlopende Eindhovenaren en hun verhaal achter een tatoeage. Dit keer met Hans de Vet (52).

Door Marjolein van Hoof

Naast zijn vrouw Patricia en dochter Isabel, heeft Hans nog drie grote liefdes in zijn leven: carnaval, Londen en de scouting. Een paar weken geleden trok hij de stoute schoenen aan en liet hij deze drie belangrijke onderdelen van zijn leven vereeuwigen in zijn allereerste tatoeage.

Op zijn onderarm prijkt nu een lampje, the Tower Bridge of London én een Franse lelie (een veelgebruikt symbool bij de scouting). Deze zijn met elkaar verbonden door een hartslag. “Min of meer zelf ontworpen, samen met de tatoeëerder”, zegt Hans met gepaste trots.

Da gevoel

Het lampje symboliseert zijn liefde voor carnaval: “Tja, hoe moet ik dat omschrijven. Het is zoals Dolle3s & the Tony’s het bezingen: het gaat om da gevoel, hè”.

De passie voor carnaval kreeg Hans van huis uit mee. “Mijn broer Twan is op de Elfde van de Elfde geboren en ik op carnavalszaterdag: dat is vrágen om moeilijkheden”, lacht hij. “Mijn vader vierde carnaval bij De Monti aan de Fazantlaan, waar hij ook een paar keer prins was, en hij is prins geweest op zijn werk bij de Gemeentebedrijven. Als klein manneke ging ik natuurlijk mee, naar de optocht kijken en zo.”

Zelf werd Hans lid van De Deurzetters, waar hij in 2001 prins was, en organiseerde hij later, samen met Gilbert Hockers, het evenement Dweilen Met De Kraan Open: “Vijftien jaar lang op carnavalszondag op het Stratumseind. Het groeide uit tot een megahappening”.

De meeste Lampegatters kennen Hans ongetwijfeld als presentator van onder meer van het Liedjesfist, Elluf Elluf en tijdens het Federatiebal. Een rol die hem duidelijk goed ligt. “Ik heb heel lang amateurtoneel gespeeld bij Thaleia: echt grote stukken van Shakespeare en zo. Dan leer je wel optreden voor publiek. Je moet natuurlijk ook een beetje extravert zijn om dit te doen. Mij geeft het in ieder geval ontzettend veel plezier.”

Liefde voor Londen

En dan die liefde voor Londen, hoe zit dat? “Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft mijn oma een paar dagen een Engelse soldaat in huis gehad. Na de oorlog is de vriendschap gebleven. In mijn jeugd gingen we elk jaar naar Engeland op vakantie en zochten we zijn familie op. Zo leerde ik Londen kennen, een fascinerende stad waar ik verliefd op ben geworden: op de geschiedenis, de bouwstijl en de mensen die er wonen. Het is zo’n fijn en geduldig volk, daar kan menig Nederlander een puntje aan zuigen. De hele stad grijpt je en laat je niet meer los. Ik ga er elke twee jaar heen, geweldig!”

Doornakkers

Iets wat hem eveneens nooit meer loslaat, is de scouting. “Ook dat gaat weer om da gevoel; er hangt gewoon een sfeer waar ik me helemaal thuis voel”, knikt hij.

Op zijn vijftiende kwam Hans bij Scouting Doornakkers in Tongelre terecht. “Later werd ik leider van de allerjongsten, de Bevers, en daarna begeleider van de Sherpa’s; dat zijn meiden tussen de 15 en 18 jaar. Dat heb ik 21 jaar gedaan. Nu zit ik nog steeds in het bestuur. Doornakkers is een hele grote vriendenclub en het is een voorrecht om hier onderdeel van te zijn. Isabel zit er nu ook bij, dus het gaat van vader op dochter. Scouting maakt kinderen gewoon een stuk zelfstandiger en zelfredzamer. Je leert beter omgaan met kleine ongemakken. Het leven wordt een stuk makkelijker als je makkelijker denkt.”

Heb jij ook een tatoeage waar een bijzonder verhaal achter zit? Laat het ons weten via: redactie@grooteindhoven.nl